kijk maar

columns

Ik zal het nooit vergeten, de eerste keer dat ik een dickpic ontving. Hoewel ik overspoeld werd door een gevoel van walging, van schaamte, viel er met geen mogelijkheid op te boksen tegen de intense opwinding die door me heen pompte. De kloppende erectie in mijn boxer. Geilheid lokt soms grensverleggend gedrag uit, en voordat ik er erg in had stond ik voor de spiegel foto’s van mijn eigen lul te maken. Enerzijds omdat ik een ‘normale’ homo wilde zijn (en die waren, naar ik destijds begreep, vooral met seks bezig), anderzijds omdat ik de jongen waarmee ik aan het chatten was niet teleur wilde stellen. Hij had zich blootgegeven, nu was ik aan de beurt.

De telefoon in mijn hand, speciaal voor de gelegenheid aangeschaft, was gloedjenieuw. Tot mijn drieëntwintigste had ik me fel vastgeklampt aan mijn oude Nokia. Ik had geen zin in de prikkels die een smartphone met zich meebracht; de heisa; de dwang en drang constant bereikbaar te moeten zijn. Toch brak uiteindelijk het verzet. Niet door mijn vrienden, die me continu bestookten met het advies nu in hemelsnaam eens mee te gaan met de tijd. Nee, de druppel bleek Grindr, waar ik via via steeds vaker en steeds meer over hoorde. Ik was chronisch vrijgezel, een ramp in flirten en wanhopig op zoek naar affectie. Liefde misschien zelfs. Na de zoveelste nacht alleen concludeerde ik daarom: ik heb hulp nodig.

Ik moet online.

De ochtend erop bestelde ik een iPhone en slechts een paar dagen later ontving ik die eerste, bloedstollende dickpic. Nadat ik een foto van mijn stijve piemel had teruggestuurd, begon ik mezelf met trillende vingers af te trekken. Gêne en lust vochten om voorrang, en nadat ik klaar was gekomen nam angst het direct van me over. Wat had ik gedaan? Waarom had ik zoiets kwetsbaars, mijn naakte lichaam, aan een wildvreemde laten zien? Met het sperma nog op mijn buik verwijderde ik haastig Grindr en alle naaktfoto’s die ik voor de spiegel had genomen. Het werkte niet en radeloos besloot ik mijn telefoon opnieuw te installeren. Alles om de paniek te onderdrukken. Alles om terug te keren naar eerder die avond. Naar een leven waarin ik me niet zo abject voelde. Zo chantabel en smerig.

Inmiddels zijn we bijna een decennium verder en kost het me minder moeite mijn kleren uit te trekken en de juiste hoek te vinden. Want daar draait het allemaal om, de juiste hoek. Vroeger vreesde ik enkel het oordeel van mijn heteroseksuele medemens. Door de jaren heen heb ik echter geleerd minstens zo nerveus te zijn voor wat mijn peers van me vinden, en ik van hen. Voor de heftige eisen die we aan elkaar en elkaars lijf stellen. Voor het moeten zijn van wat we te vaak in de media terugzien: groot, gespierd, glad, wit en ‘mannelijk’. Voor de misogynie en homofobie waar ook wij ons, tegen beter weten in, schuldig aan maken. Het dwingt ons te zoeken naar cameratechnieken waarmee je je blubberbuik en spillebenen kan verdoezelen, evenals het schaamhaar dat je al jaren niet meer trimt omdat je daar uitslag van krijgt, zelfs al weet je dat het merendeel van je gesprekspartners een hekel heeft aan harige ballen. Technieken waarmee je je nagellak en het eczeem in en onder je baard buiten beeld kan houden. Technieken, bovenal, die je piemel groter doen lijken, en de waterpoklittekens op je borst kleiner.

Het versturen en/of ontvangen van naaktfoto’s heeft in feite wel wat weg van Stratego. Je begeeft je op een mijnenveld vol (geïnternaliseerde) haat, vooroordelen en torenhoge verwachtingen en weet nooit precies wie of wat er zich aan de andere kant van de lijn bevindt. Iedere ‘foute’ opmerking of foto kan een ontploffing teweegbrengen. Het einde van een gesprek betekenen. Je zelfvertrouwen kneuzen. Na iedere online gedeelde ejaculatie vraag ik me daarom weer af waarom ik het spel meespeel. De whiplash na een orgasme kan wat dat betreft enorm zijn. Zeker als klaarkomen niet gepaard gaat met liefde, met nabijheid, en je na afloop slechts met jezelf overblijft. Een vies laken en een leeg bed. Dan kan alleen ineens heel eenzaam worden, en het feit dat je net je hele hebben en houwen aan een wildvreemde hebt getoond pervers en angstaanjagend. Dan blijkt je geilheid een leugen. Een impuls waar diepere behoeftes aan ten grondslag liggen.

Op dat soort momenten verander ik weer even in dat drieëntwintigjarige jochie, en begin ik voor de zoveelste keer dwangmatig alle verstuurde foto’s en video’s van mijn telefoon te verwijderen. Een zinloze exercitie, ik weet het. Mijn naakt is immers al lang niet meer mijn naakt alleen: het behoort alle mannen toe die ik er ooit deelgenoot van maakte. Online bestaat alles voor altijd. Onze lijven, en onze oordelen daarover.

Soms doet het me verdriet dat dit spel, het uitwisselen van naaktfoto’s en de daarmee samenhangende eisen die we aan elkaars fysiek en ‘mannelijkheid’ (zijn gaan) stellen, zo’n groot deel uitmaakt van onze realiteit. Dat ik ooit meende te begrijpen dat het er voor homo’s bij hoort, jezelf zo letterlijk blootgeven, en ik nu de weg naar mijn eigen onschuld niet meer terug kan vinden. Is het betreden van dit mijnenveld een vorm van afgestomptheid? Een gevalletje van je moet toch wat, hè?  

Of is het, en daar probeer ik me in dit jaar wat steviger aan vast te houden, een uiting van liefde en acceptatie van en voor mijn eigen lijf en seksualiteit? Een poging andermans vonnis te negeren en me vrijuit te laten leiden door opwinding en lust? Want als ik eerlijk naar mijn eigen gedrag kijk, zijn het niet de foto’s en video’s zelf die me angst aanjagen. Sterker nog, vaak geniet ik volop van de uitwisseling van al dat naakt. Wat me bang maakt, is wat anderen van mij en mijn fysiek vinden. De confrontatie die dit spel oplevert met de vooroordelen, de hardheid en de blinde vlekken binnen onze eigen gemeenschap. Het feit dat afbeeldingen van mij, eenmaal in de verkeerde handen, vrijuit verspreid kunnen worden op het internet. Dáár komt de paniek vandaan. Dáár ontstaat schroom en schaamte. Dáár ben ik klaar mee. Puntje bij paaltje is schroom aangeleerd, evenals de opvatting dat mijn pik, of een beeltenis ervan, ooit echt kan toebehoren aan iemand anders dan ikzelf.

Kijk maar. Naar al deze littekens. Het woekerende eczeem op mijn gezicht. De fluorescerende lak op mijn nagels en de mascara op mijn wimpers. Naar deze ongedefinieerde borstkas. Mijn dikker wordende buik en het haar dat overal groeit en nooit wordt getrimd. Kijk maar en vind er wat van. Ik heb er vrede mee. Niemand kan mij chanteren, omdat ik trots ben op mezelf. Op mijn lichaam en op de lusten die ik soms heb. Je dreigementen delen van mij het wereldwijde op te slingeren deren me niet. Ga je gang maar, en je hoort nog van mijn advocaat. 

Een mijnenveld stopt een mijnenveld te zijn zodra je niet meer vreest te ‘verliezen’. Of – beter nog – zodra je begrijpt dat er helemaal niets te verliezen valt.

Kijk maar.

*dit verhaal verscheen in april 2022 op Expreszo.nl

Plaats een reactie