De musical (1)

diarium van een dorpshomo

Daar stond ik. Een klein jongetje in een kakkineus beige kostuum, de haren strak naar achteren. Ik grijnsde zo breed dat mijn onderkaak kraakte en stralend overzag ik de grote, volle zaal. Ik had mijn droom verwezenlijkt: met een glansrijke pestkop-vertolking de eindmusical van groep 8 tot een succesvol einde brengen. Al zingend, al plagend, al schreeuwend was ik, in mijn eigen kleine fantasiewereld, uitgegroeid tot de onbetwiste ster van de show. Ik wierp een vluchtige blik over mijn linkerschouder en zag de andere kinderen bezweet en vermoeid vanachter de coulissen tevoorschijn komen. Alhoewel ik een van de kleinere leerlingen was, leek de rest plots ontzettend nietig. Ìk had de hoofdrol, ìk had de grootste dromen en mooiste toekomstbeelden, en, ik was verreweg de slimste. Bovendien zat enkel mijn haar altijd goed.

Langzaamaan vormde ons klasje een lange, slungelige lijn en op mijn teken bogen we allemaal diep voor ons overweldigde publiek. Simpele gezichten in de duisternis, oorverdovend applaus. Ik waande me intens veilig tussen mijn jarenlange gelegenheidsvrienden. Van Marloes, het arrogante meisje dat iedere dag naar urine stonk, tot Bulstronk, het stevige meisje dat op haar 2e al lesbisch was. Ik glunderde. Niet alleen omdat ik had gevlamd, maar voornamelijk omdat dit het einde was. Ik kon eindelijk dat k*tdorp en al haar achterlijke inwoners achter me laten. Want ook ìk had ondertussen door dat ik niet deugde, dat dit gat te klein was voor mijn persoonlijke problemen. Dansende jongens die met barbies spelen horen niet thuis tussen kakkende koeien en kakelende kippen. Ik zou liegen als ik zeg dat ik dit toen al begreep, maar het onbestemde ‘ik ben anders gevoel’ zat er al flink in geramd. Dorpelingen die me voor meisje uitmaakten, het toen nog betekenisloze woord ‘homo’, mijn onhandige omgang met jongens… Het waren zaken die ik niet zag en niet begreep, maar des te beter voelde. Ik waande me een buitenaards wezen, een stiekeme genie die door niemand op waarde werd geschat. En dat vrat aan me, zonder dat ik daar erg in had. Dus juichte en schreeuwde ik. Daar, op dat podium, tussen die simpele boerenkinkels.

En toch had ik nergens anders kind willen zijn. Het platteland heeft me gevormd tot de instabiele, melancholieke en alcoholverslaafde jongeman die ik nu ben. Echt, daarvoor niets dan lof. De Brabantse jungle viel me misschien zwaar, het heeft me wel doordrenkt met een gezonde overdosis aan eerlijkheid, authenticiteit en mededogen. Daarom wil ik alle inwoners van MK ha(r)telijk bedanken. Ze waren dom, hard en onwetend, maar ze gaven me uiteindelijk wèl iets om op neer te kijken.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s