1. Een begin (deel 10)

elysium

Ik ben intussen al talloze keren aan een wervende openingstekst begonnen, maar ben even zoveel keren vast gelopen. De perfectionist in mij draait overuren. En dat terwijl ik deze blog juist open, simpel en toegankelijk wil houden. Voor anderen, maar toch vooral voor mezelf. Ik probeer het daarom nog één keer en dan knal ik mijn tekst gewoon het wereldwijde web op. Kort en krachtig.

Ik ben depressief. Af en aan, al mijn hele leven. En ik lijd aan een obsessief compulsieve angststoornis. Met vallen en opstaan, al mijn hele leven.

Zo, dat is eruit.

Nu dat uit de weg is, kan ik hopelijk met wat minder schroom en met wat minder omslachtig gedoe uitleggen waarom ik deze blog nieuw leven in wil blazen. Ergens denk ik: dat heb ik allemaal al ergens opgeschreven deze afgelopen weken, waarom knip en plak ik het niet gewoon lekker in elkaar? Maar dat wil ik niet. Ik voel me helder en daadkrachtig vandaag. Ik schrijf het nu op en dan is het goed. Kunnen al die andere schrijfsels de prullenbak in. Kill your darlings, darling.

Sommigen weten het al, anderen niet: als alles een beetje meezit, begin ik in mei (ein-de-lijk) aan mijn intensieve GGZ-behandeling. Dat doe ik niet voor de lol of om zielig of interessant te zijn, maar om mijn eigen leven te redden. Niet meer, niet minder. Hoewel ik in mijn 25-jarige bestaan al meerdere malen tegen de lamp ben aangelopen, bereikte ik afgelopen zomer een (hopelijk) definitief dieptepunt. Die geschiedenis beschrijf ik graag een andere keer, wat nu van belang is, is dat ik onder ogen moest zien dat ik mezelf aan het vernietigen was/ben. Niet omdat ik dat wil, maar omdat ik niet weet hoe het anders moet. Een therapiesessie hier, een pilletje daar, daar red ik het niet mee (geloof me, I tried). Er moet ingrijpend iets veranderen, omdat er heel diep iets heel erg misgaat. Iedere dag opnieuw. Dat manifesteert zich op verschillende manieren, van angsten en depressies tot moeilijk contact maken en het vermijden van intimiteit. Dat is de oppervlakte, waar een groter en moeilijker te duiden probleem aan ten grondslag ligt. Het heeft iets te maken met een onvermogen om van mezelf te houden en het halsstarrig willen vermijden van al mijn emoties. Het grote ‘waarom’ is ook voor mij één groot vraagteken. Misschien kom ik er ooit nog eens achter, misschien wel niet. Dat is me eigenlijk om het even. Ik ben niet op zoek naar antwoorden, ik ben op zoek naar manieren om wat meer van mijn leven te kunnen genieten.

Enfin, ik ga dus in behandeling en daar wil ik over gaan schrijven. Ik heb daar lang over getwijfeld. Niet omdat ik twijfel aan mijn schrijfkunsten of het openbaar maken van mijn worstelingen (wat ik overigens in beide gevallen wel doe), maar omdat ik om me heen zie dat er nog steeds een stigma rust op psychiatrische problemen. Ik wil er op geen enkele manier aan bijdragen dat dit stigma nog groter wordt. Dit creëert een probleem, aangezien ik merk dat het schrijven over mentale pijn maar al te vaak een stel-je-niet-zo-aan-reactie oproept, zelfs bij mezelf. Ik waak ervoor dergelijke reacties in de hand te werken. Mijn pijn is echt en het is okay dat ik die pijn nu voel. Ik deel dit niet om zielig gevonden te worden, dat doe ik zelf al meer dan genoeg.

Ik wil hiermee overigens niet zeggen dat ik al te nuchtere reacties op mentale worstelingen niet begrijp. Integendeel. Onbekendheid creëert nu eenmaal onbegrip. Ik kan me ook niet voorstellen hoe het voelt om je been te breken. Of hoe het voelt om zwakke longen te hebben. Of hoe het voelt om tegen een kankergezwel in je eigen lichaam te moeten vechten. Of hoe het voelt om gescheiden ouders te hebben. Of hoe het voelt om een vrouw te zijn in een samenleving die nog steeds sluimerend seksisme tolereert. Maar ik geloof dat ik het wel kan proberen. De wereld is zoveel groter dan mijn opvatting erover en mijn beleving ervan. Een poging dichter tot elkaar te komen kan al zoveel verlichting geven, of deze nu slaagt of niet. Laten we wel wezen: in feite klooien we allemaal maar wat aan. Dat is okay, dat is het leven. Maar, als ik voor mezelf spreek, aanklooien doe ik liever niet alleen. Alleen begrijp ik zo weinig, samen begrijp ik veel meer.

Ik ben slecht in finales, ik vind nooit de knaller waar ik mee af wil sluiten. Dan maar geen knaller. Ik ben begonnen, mijn blog is heropend. Mijn naam is Sandro, ik ben depressief en ik lijd aan een obsessieve compulsieve angststoornis. Verder ben ik best leuk en gezellig. Punt.

Een gedachte over “1. Een begin (deel 10)

Geef een reactie op Michelle Reactie annuleren