7. Stoomcursus depressief zijn (deel 1)

elysium

Ik word regelmatig moe van mezelf. Misschien wel het meeste als ik aan het schrijven ben. Iedere keer dat ik mijn laptop open klap, denk ik: nu ga ik iets belangrijks vertellen, iets dat meer betekent dan mezelf. Maar dan is daar mijn grote vriend de depressie en kan ik alleen nog maar proberen op te schrijven wat er door mijn wollige hoofd spookt. Ik acht de tijd daarom rijp om mijn oudste, beste en slechtste vriend, voor de zoveelste keer, in woorden te vangen. Zodat ik hem kan bevatten en parkeren, hij me niet meer lastig hoeft te vallen als ik over minder wezenlijke dingen wil praten. Dus vandaag stel ik mijzelf de vraag: hoe ziet mijn depressie er eigenlijk uit en hoe beïnvloedt hij mijn leven?

-Eerste punt van aandacht: ik spreek over ‘vriend’ en ‘hij’, maar twijfel of dit wel klopt. In beginsel ben ik depressief geworden, omdat ik de noodzaak voelde om alles wat men ‘vrouwelijk’ zou kunnen noemen, te verbergen. Dit omvatte (en omvat) alles, van kleding, gedrag, dictie en seksualiteit tot vriendschappen, hobby’s, interesses en emoties. Is mijn depressie het ‘vrouwelijke’ deel in mij, dat al jaren te weinig gehoord wordt en naar vrijheid snakt, of is het juist het ‘mannelijke’ deel, dat ik mezelf heb aangemeten en zich er constant bewust van is dat hij nooit goed genoeg zal zijn. Of is mijn depressie het resultaat van een jarenlange strijd in mij, geboren uit de gevoelde noodzaak om te kiezen tussen twee kanten die ik naar buiten tredend maar niet verenigd krijg. Ik weet niet of er voor zo’n lastige constructie een ‘beste’ aanspreekvorm bestaat en hou het dus maar gewoon bij ‘hij’. Hopelijk beticht niemand me nu van seksisme of gendernormativiteit, een belediging zit tegenwoordig maar al te vaak in een klein hoekje. Het is puur en alleen bij gebrek aan een beter woord. Ik ben geen ‘hij’, ik ben geen ‘zij’, ik ben gewoon Sandro. Ik leef toevallig in een wereld die gestoeld is op alles wat ‘hij’ en ‘zij’ is en daar moet ik wat mee.

-Tweede punt van aandacht: ik ben niet mijn depressie, maar mijn depressie omvat wel een groot gedeelte van mijn leven. Lang niet iedereen weet dit, ik heb zo mijn motieven en methoden om dit te verbergen, maar ik ben vanaf mijn 13e in therapie (korte therapieloze tussenpozen daargelaten) en slik sinds mijn 14e af en aan antidepressiva (sinds mijn 19e vooral veel aan). Ik krijg daarom snel de kriebels van mensen die zich een weekje depressief voelen (heus, er zijn genoeg andere woorden die in dergelijke gevallen semantisch beter kloppen) en meer nog krijg ik de kriebels van mensen die menen dat een depressie opgelost kan worden door ‘de knop’ om te zetten (als die knop er was, had ik dat natuurlijk al lang gedaan). De meeste kriebels krijg ik echter van mensen die zuur worden door hun worsteling met depressie, dus nu hou ik op met zeuren.

-Derde punt van aandacht: mijn depressie is er altijd, ook, en misschien wel vooral, als hij er niet is. Ik kan hier heel moeilijk over doen, maar het komt er in zekere zin op neer dat ik verslaafd ben aan depressief zijn. Zoals ik een tijdlang verslaafd ben geweest aan wiet en drank, ben ik al mijn hele leven lang verslaafd aan mijn depressie. Ik weet niet goed wie of wat ik zonder hem ben en als ik hem even niet kan vinden, ben ik constant geneigd hem op te zoeken. Mijn leven kent gelukkig een paar periodes waarin ik mijn destructieve verlangen naar depressie voor enige tijd succesvol kon weerstaan. Ik weet daarom dat ik meer ben dan mijn depressie alleen, hij is ‘slechts’ een onderdeel van mij. Maar het is een constante strijd om dit onderdeel niet te laten winnen. Ik leer langzaam leven met de wetenschap dat ik de rest van mijn leven gevoelig zal blijven voor depressies, het is een verslaving als alle anderen. Toch lukt het me tot op heden beter om uit de buurt te blijven van wiet dan om uit de buurt te blijven van depressieve episodes. Hopelijk baart oefening kunst.

-Vierde punt van aandacht: soms ben ik aan het liegen als ik zeg dat het goed met me gaat. Echter, soms lieg ik niet en gaat het ècht goed met me. Dat is lastig. Ik wil namelijk niemand valse hoop geven, op de laatste plaats mezelf. Ik weet uit ervaring dat het levensgevaarlijk kan zijn om teveel aandacht te besteden aan het feit dat het ‘goed’ met me gaat. De val naar beneden, die in mijn geval tot nu onvermijdelijk lijkt te zijn, is iedere keer weer een nachtmerrie, voor mezelf èn voor anderen. Die val is des te pijnlijker als de wereld denkt dat ik genezen ben. Mijn haren gaan daarom recht overeind staan als iemand enthousiast zegt dat ik er ‘beter’ uitzie. Of als ik merk dat mijn omgeving er langzaamaan weer vanuit lijkt te gaan dat ik mijn ‘normale’ leven heb opgepakt.

Begrijp me niet verkeerd, ik voel me soms ‘beter’ en ik pak mijn ‘normale’ leven op waar ik dat kan. Maar dat neemt niet weg dat ik constant voel dat er een volgend depressief dal op de loer ligt. De geur van pas gemaaid gras kan genoeg zijn, overmand door melancholie. Of het aangezicht van een grauw appartementencomplex, overmand door de troosteloosheid van ons universum. Me dunkt, een smerige kop koffie kan me over de rand sturen, omdat soms gewoon ALLES tegen lijkt te zitten. Wanneer ik die afgrond inval (of inspring), bots ik tegen een muur van virtueel verzet in mijn hoofd: men gelooft net dat het goed met me gaat, hoe kan ik nu nog aangeven dat alles een minuut geleden weer gitzwart is geworden? Door de jaren heen heb ik geleerd dat ik hiermee vooral mezelf voor de gek probeer te houden. Als ik maar vaak genoeg zeg dat het goed met me gaat, wordt dit voor zowel mezelf als voor mijn omgeving de status quo. En dan wordt het vanzelf een keertje waar. Heel af en toe is dit inderdaad gebeurd, maar in alle andere gevallen had ik mezelf zodanig klem geluld, dat het maanden duurde voordat ik er wéér voor uit durfde te komen dat het slecht met me ging.

Wat ik wil zeggen: soms lieg ik als ik zeg dat het goed met me gaat en dat spijt me. Soms lieg ik niet als ik zeg dat het goed met me gaat en ook dat spijt me. De kans bestaat dat het maar van korte duur is, want mijn depressie komt en gaat. Een les in het genieten van ieder mooi moment en niet teveel denken aan wat er komen gaat.

-Vijfde punt van aandacht: soms verdwijn ik ineens van de radar en reageer ik even nergens (meer) op. Dit kan zelfs gebeuren tien minuten nadat ik je zag of sprak. Ik ben me er terdege van bewust dat ik hiermee geen pluspunten scoor. Sterker nog, ik voel me iedere keer weer een asociale klootzak als ik je wegdruk op mijn telefoon. Maar soms kan ik sociaal contact gewoonweg niet opbrengen. Uit onkunde, niet uit onwil. Ik ben dan op een bijzondere plek in mijn hoofd, waar alles donker, eenzaam en uitzichtloos lijkt. Die plek is voor mij op geen enkele manier te verenigen met jou en mij en wij, hoe graag ik dat ook zou willen (want het is daar alles behalve fijn zonder jou en mij en wij).

Het verneukeratieve hieraan is dat juìst wanneer ik een gevangene van mijn eigen duisternis ben, het feit dat je me tracht te bellen de hele wereld voor me betekent. Ik lieg niet als ik stel dat zelfs jouw drol-emoticon het voor mij even makkelijker kan maken om adem te halen. Op de momenten dat ik verdwaal in mijn eigen eenzaamheid, is ieder teken van leven zo ontzettend welkom. Ik weet dat dit krom en oneerlijk is, en dat spijt me. Je krijgt geen teken van leven of grappige smiley van me terug en die verdien je wel. Heel erg, zelfs. Denk daarom niet dat het is omdat ik niet van je hou, daar heeft het niets mee te maken. Ik weet alleen even niet meer hoe ik van mezelf moet houden en ik wil niet dat jij mij zo ziet. Ik voel me als Quasimodo in de hoogste toren van de Notre Dame, ik heb tijd nodig om weer terug naar beneden te durven.

-Zesde punt van aandacht: ik wil niet dood en ben van plan dit nog heel lang niet te willen. Toch heb ik het liever niet met je over de dood, laat staan over zelfdoding. Ik maak, geheel onbedoeld, van iedere suïcide (poging) namelijk een mentale notitie. Het is me daarbij om het even of ik de persoon in kwestie wel of niet ken. De dag dat Antonie Kamerling geen andere mogelijkheid meer zag, spookt bijvoorbeeld nog regelmatig door mijn hoofd. Het feit dat iemand een leven lang strijd levert en er uiteindelijk toch niet in slaagt om het tij te keren, vervult me met angst. Het vervult me met angst dat depressief zijn daar kan eindigen. Of nee, het vervult me met angst dat ik me ergens voor kan stellen dat ook mijn depressie daar kan eindigen. Of ik dat nu wil of niet.

Zelfs mij kost het moeite om in dergelijke gevallen niet over ‘opgeven’ te spreken. Soms word ik, onterecht, boos op mensen die zelfmoord (proberen te) plegen. Niet omdat ik ze niet snap. Me dunkt, ik snap ze soms beter dan me lief is. Ze maken me boos omdat ze me confronteren met een waarheid die ik niet en nooit wil horen. Dat de pijn te erg wordt. Dat je niet dood wilt, maar dit leven ook niet (meer) wilt leven. Ik hou mezelf voor de gek door te spreken over ‘opgeven’, opdat ik mezelf ervan kan overtuigen dat ìk dat toch nooit zou doen, opgeven. En misschien is dat ook wel zo, dat ik nooit op zal geven. Maar diep van binnen weet ik dat Antonie Kamerling, Joost Zwagerman, Virginia Woolf, Robin Williams, Herman Brood, Vincent van Gogh en al die anderen het ook niet opgaven. Het was voor hen de enige logische vervolgstap. Time to face the music. Niks geen schreeuw om aandacht, maar een schreeuw om rust.

Laat ik afsluiten met te benadrukken dat zelfmoord voor mij alles behalve een optie is. Nu niet, en hopelijk nooit niet. Neemt niet weg dat ik het eng vind om erover te praten en te schrijven. Alsof ik, door er teveel mee bezig te zijn, in een vlaag van verstandsverbijstering ineens van gedachte kan veranderen. Dat is gek, want ik hou vaak veel van mijn leven en van wat de toekomst me wellicht nog gaat brengen. Daar ligt mijn focus en daar wil ik hem ook graag houden. Vandaar dat ik, in ieder geval wat dit onderwerp betreft, liever mijn kop in het zand steek. Ignorance is bliss, misschien wel juìst als je depressief bent.

Zevende punt van aandacht: de punten van aandacht wat betreft mij en mijn vriend depressie zijn ontelbaar, misschien zelfs eindeloos. Voor nu laat ik het er daarom bij, overdrijven is voor niemand leuk.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s